Sinusmaaien op de bedrijventerreinen in Tilburg
Er zijn steeds minder insecten. Dat is zorgwekkend, want insecten zijn belangrijk voor de bestuiving van onze voedselgewassen en wilde planten, de bestrijding van plagen en als voedsel voor bijvoorbeeld (weide)vogelkuikens. Graslanden horen te zoemen van de insecten en vlinders als de dagpauwoog, de citroenvlinder en het pimpernelblauwtje of de weidehommel. Ze hebben bloemen nodig, maar ook een geschikt opgroeigebied voor hun larven én veilige overwinteringsplaatsen. Dolmans heeft als beheerder en huisvader van de Tilburgse bedrijventerreinen gezocht naar maatregelen om de insecten te helpen in de graslanden. Dit houdt onder andere in:
- Gefaseerd maaien van terreinen met ruw gras om de flora en fauna meer kans te geven om zich te laten ontwikkelen.
- Binnen 30 cm van bomen niet maaien i.v.m. ontwikkeling van met name flora, en het voorkomen van (bij)maaischade voor de boom.
Sinusbeheer
Sinusbeheer is een speciale manier binnen het toepassen van maaien in fases. Door het grasland op zo’n manier te beheren, wordt er enorm veel variatie gecreëerd in begroeiing op een klein stukje grasland, wat voor veel vlinders, bijen, vogels zoogdieren en amfibieën heel goed is. Op dit graslandje is voor elk moment van het jaar voor elk wat wils is.
Gefaseerd maaien
Door bij elke maaibeurt (kronkelend te maaien en) ten minste 40% van de oppervlakte te laten staan, zijn er ook na het maaien nog nectarplanten, waardplanten en schuilplekjes aanwezig. De overgang van korte naar langere vegetatie is bovendien van belang vanwege de beschutting en opwarmmogelijkheden voor insecten. Hiervoor is het makkelijker om perceel- of slootranden te laten staan, of bijvoorbeeld de stukken te laten staan waar op dat moment veel bloemen bloeien. Hoe kronkeliger de begrenzing hoe meer resultaat, omdat er meer lengte aan randen is.
Timing
Er wordt in Tilburg bij de planning van de maaibeurten zo goed mogelijk rekening houden met de ecologie van insecten. Hoewel dit erg lastig is, omdat er veel verschillen zijn tussen soorten insecten, kan als algemene richtlijn worden aangehouden dat je het beste kunt maaien als de insecten vliegen. Belangrijk is namelijk dat de diertjes kunnen wegvliegen en dat kunnen ze niet als het koud of nat is. Als er delen van het te maaien perceel blijven staan, kunnen de insecten daar later alsnog eitjes afzetten. Eitjes, rupsen en poppen daarentegen kunnen niet vluchten voor de maaimessen en komen dus meestal om tijdens het maaien.
Bron: Google Maps. Sinusbeheer in 2017 in natuurterrein ‘De uiterste stuiver’ in Tilburg. (klik op de foto om deze te vergroten)
Bron foto: Dolmans Landscaping Brabant